Abstract : Inleiding: Computerradiografie (CR) werkt met fotostimuleerbare fosforplaten. In de fosforlaag worden elektron-gat paren gecreëerd door ioniserende straling. Na stimulatie door een laser recombineren ze en is er emissie van blauw licht dat gecollecteerd wordt. In de fosforplaten wordt er dus een latent beeld opgeslagen overeenkomend met de hoeveelheid straling. In de radiotherapie kan CR gebruikt worden voor simulatie van de behandeling en lokalisatie en verificatie op de lineaire versneller. Enkele voordelen van CR ten opzichte van een conventionele film zijn het digitale formaat en de herbruikbaarheid van de fosforplaten dat de kostprijs drukt. Hoewel de beschikbaarheid van de beelden offline is, zou CR dosimetrie een oplossing kunnen zijn voor oudere of Cobalt toestellen zonder EPID. Ook voor handelingen waar een onmogelijke positionering van de EPID vereist is, biedt CR een uitkomst. In dit eindwerk wordt de bruikbaarheid van CR voor dosimetrie in de radiotherapie getest en beoordeeld.
Materiaal en methoden: De CR lezers (CR 25.0 en ADC-SOLO) en de hoge dosis fosforplaten zijn van het bedrijf AGFA. De metingen werden uitgevoerd in stralingsbundels van een Siemens versneller (KD-2 met 6 en 18 MV en MX-2 met 4 MV fotonen). De resultaten werden vergeleken met X-Omat-V en EDR-2 filmen van Kodak en een ionisatiekamer van Nuclear Enterprise type NE 2571.
Resultaten: De korte termijn reproduceerbaarheid blijkt aanvaardbaar te zijn, maar de lange termijn reproduceerbaarheid niet. De dosisrespons curve is lineair voor zowel 6 als 18 MV fotonenbundels. De symmetrie, vlakheid en penumbra van profielen opgemeten met CR voor een veld van 10 x 10 cm² komen goed overeen met deze opgemeten met film en/of ionisatiekamer. De profielen voor een veld van 20 x 20 cm² wijken echter te sterk af. CR beelden vertonen veel ruis maar deze kan grotendeels weg gewerkt worden met behulp van smoothing algoritmen. Markeringen op de fosforplaten zijn zeer goed zichtbaar op het beeld. Hierdoor is het eenvoudig om de overeenkomst van het stralingsveld met het lichtveld alsook de controle van de aaneensluiting van de collimatorblokken van de versneller en de Winston-Lutz test uit te voeren. De outputfactoren van de versnellers laten een groot verschil zien met deze opgemeten door film of ionisatiekamer. De afwijkingen van CR zijn mogelijk te wijten aan de hoge gevoeligheid voor strooistraling die deze detector vertoont. Voor uitsluitsel hierover zijn echter verder onderzoek en desgevallend Monte-Carlo berekeningen nodig.
Besluit: Absolute dosimetrie is niet mogelijk met CR door onder andere een grote afwijking voor de outputfactoren. Relatieve dosimetrie is in zekere mate mogelijk maar niet volledig daar de afwijking, mogelijk te wijten aan de relatief hoge gevoeligheid voor strooistraling, in sommige gevallen te groot is. De controles van het stralingsveld met het lichtveld, de aaneensluiting van de collimatorblokken en de Winston-lutz zijn wel uit te voeren met CR. Hierbij is de digitale beschikbaarheid een groot voordeel ten opzichte van de hardcopy beschikbaarheid van de conventionele film. Voor een volledig gebruik van het CR systeem voor dosimetrie, relatief en absoluut, is nog verder onderzoek en ontwikkeling nodig.
|
If you want to cite this thesis in your own thesis, paper, or report, use this format (APA):
GEENS, K. (2005). Dosimetrie met computerradiografie in de radiotherapie.
Unpublished thesis, Xios, IWT.
Retrieved
from
http://doksxios.pxl.be/doks/do/record/Get?dispatch=view&recordId=Sxhl8ae57e8c03caca020103d631f3890017.
|